De accounting assessment evalueert de kennis van een kandidaat over boekhoudprincipes, met onderwerpen als financiële overzichten, boekhouding, belastingregelingen en auditprocedures. Via 20 getimede, steeds moeilijker wordende vragen worden zowel basis- als gevorderde vaardigheden beoordeeld. De toets fungeert als een vroegtijdig knock-out criterium voor functies in boekhouding, auditing of financiële verslaglegging.
De Accounting Assessment begint met eenvoudige vragen over basisboekhoudkundige concepten en gaat vervolgens door naar complexere onderwerpen. Het doel is om het vermogen van de kandidaat te beoordelen om zowel dagelijkse boekhoudkundige taken als ingewikkelde financiële situaties aan te kunnen. Bij een format van 20 vragen kan dit er als volgt uitzien:
De test is getimed, wat kandidaten helpt om hun kennis snel en nauwkeurig toe te passen, een essentiële vaardigheid in boekhoudkundige functies.
De resultaten van de Accounting Assessment geven werkgevers een helder beeld van de boekhoudkundige bekwaamheid van de kandidaat. Kandidaten die goed presteren, tonen zowel basiskennis als de vaardigheden om complexe financiële taken uit te voeren, wat ervoor zorgt dat alleen de meest geschikte kandidaten verdergaan in het proces, wat tijd bespaart en de kwaliteit van de aanwervingen verbetert.
De Accounting Assessment is ideaal om vroeg in het wervingsproces te gebruiken als knock-outtest voor functies zoals boekhouders, auditors en financiële accountants. Door de test als eerste selectiecriterium in te zetten, kunnen werkgevers zich richten op kandidaten met de juiste boekhoudkundige expertise. Dit is met name effectief in sectoren als financiën, vastgoed en bedrijfsboekhouding, waar precisie essentieel is.
Basisniveau:
Wat is het belangrijkste verschil tussen debet en credit?
a) Debet wordt gebruikt voor inkomsten; credit voor uitgaven
b) Debet verhoogt activa; credit verhoogt passiva
c) Debet verhoogt passiva; credit verhoogt activa
d) Ze zijn inwisselbaar
Hoe registreer je een contante transactie in het grootboek?
a) Debet Kas, Credit Opbrengst
b) Credit Kas, Debet Opbrengst
c) Debet Opbrengst, Credit Crediteuren
d) Debet Crediteuren, Credit Kas
Gemiddeld Niveau:
Wat is de formule voor lineaire afschrijving?
a) (Kosten - Restwaarde) / Levensduur
b) Kosten × Restwaarde × Levensduur
c) (Kosten + Restwaarde) / Levensduur
d) Geen van bovenstaande
Welk onderdeel hoort bij een winst- en verliesrekening?
a) Totale omzet
b) Afschrijvingskosten
c) Netto-inkomen
d) Alle bovenstaande
Geavanceerd Niveau:
Wat is het doel van account reconciliation?
a) Om verschillen te vinden en op te lossen
b) Om financiële overzichten op te stellen
c) Om belastingverplichtingen aan te passen
d) Geen van bovenstaande